icoon

Hoorspel

Een bijzondere en volledig unieke collectie vormen de hoorspelen van BOO. Van bij de start van de radio-uitzendingen maken hoorspelen deel uit van de programmatie. Waar het eerst nog gaat om bewerkingen van toneelstukken, worden er al snel échte hoorspelen geschreven. Verschillende Vlaamse componisten storten zich vol enthousiasme op dit nieuwe genre dat op korte tijd bijzonder populair wordt.

Anders dan bij een vertelling wordt in een hoorspel een verhaal ‘ten gehore gebracht’ met stemacteurs onder leiding van een regisseur. Alledaagse geluiden, zoals een deur die dichtgeslagen wordt of een rinkelende telefoon, worden nagebootst in de studio om de gebeurtenissen levendig voor te stellen. Liedjes en muzikale intermezzo’s zijn onontbeerlijk in het hoorspel. In sommige hoorspelen is een volledig orkest te horen, in andere alleen maar blazers of een ensemble van strijkers, fluit en hobo. De muzikale diversiteit is zeer groot.

De hoorspelen kregen heerlijke titels mee zoals De tooverviool (Maurice Schoemaker), De prinses met den gouden bal (Michel Brusselmans) of Pluizebol (Karel De Brabander). Al waren de onderwerpen zeker niet altijd sprookjesachtig, ook heel wat ernstige verhalen en legenden werden bewerkt tot hoorspel. Zo is er het hoorspel Karel De Stoute van Arthur Meulemans, De boer die sterft van Victor Legley of Mariken Van Nimwegen van Karel Albert.

De opkomst van de televisie maakte in de jaren 1960 een einde aan de populariteit van dit bijzondere genre.